Geen categorie

Over inbrekers, een megamindygevoel en uitbelgen.

Willy (mijn volkswagenbusje), mijn drie mannen en ik. Dit jaar reizen we naar Catalonië.

Ik hou van reizen. Van landschappen die veranderen onderweg. Ik zou wellicht een slechte begijn zijn. Ik hou niet van afgesloten hofjes.

Als mini-goden maken we een tussenstop bij vrienden in Frankrijk. We dobberen op een zwembad, drinken wijn (ik misschien net iets te veel) en genieten van een lange, gezellige zomeravond (en heel lekker eten! Dankjewel!).

We vervolgen onze weg. Na enkele honderden kilometers bereiken we bijna het eindpunt. “Neem ik het stuur over?”. Manlief kijkt me onderzoekend aan.  De laatste kilometers zijn offroad.

“Lukt wel.” Ik glimlach, geef Willy een bemoedigend klopje op het stuur. 

“Iets meer naar rechts, je zit op 2 centimeter van een serieuze afgrond.” klinkt mijn bezorgde copiloot een kilometer later.
Ik aai het stuur, stuur bij. Voel een lichte opwinding. I can handel it.  En of er dit alsjeblieft even iemand kan filmen.  Dit wil ik met de wereld delen

(het ziet er minder spectaculair uit op video en ik zag dat niemand filmde toen ik reed, het is dus een later offroadfilmpje met Jona). 

Terwijl we verder offroad rijden voel ik dat ik hier thuis hoor. Op deze berg. 

We kamperen met Willy bij Bastiaan en Jorien. 47 hectare ruimte.
Volledig offgrid. 

Dit. Echte natuur.  Bergrivieren met bergkoeien in de vallei. Heerlijk!

We ontmoeten een ander gezin. Hun kinderen gaan naar de Steinerschool in Antwerpen. Dat schept meteen een band. Ze helpen met het vakkundig intapen van Iben zijn gebroken teen (even wat schilderstape geleend van een Mexicaans muziekbandje in een dorp verderop :-)).

Bij het zwemmen in een rivier raak ik aan de praat met een Franse vrouw. Volgens de harigheid van mijn Frans komen we – hand- en voetenwerk – best wel tot een diepgaand gesprek. Op de één of andere manier spreken we toch ook – maar op een andere manier – dezelfde taal. Het voelt haast alsof ik een oude bekende tegenkom, het voelt vertrouwd. Ze is operazangeres en ze zijn op tournée in Spanje. Ze besloten zes maanden lang met hun baby rond te trekken.

Dit. Dit is het. De mens in mij is het allergelukkigst met haast niets. In het buitelen door bergen. De mens in mij is content met een droogtoilet, een buitendouche en fijn gezelschap. 

“In hoever zou je me volgen naar een plek als deze? Want misschien ben ik uit-ge-belg-d.” Ik stapel steentjes. Werp een blik in manlief zijn richting.

Ik kijk hem benieuwd, hoopvol aan. 

Ik heb het wel vaker over leefgemeenschappen, verhuizen en andere back-to-basicgedachten. 

Ik blijf hem aankijken. Hij kijkt weg. 

Hij antwoordt niet. Misschien is hij wel bang dat dit op den duur geen vraag meer is maar een mededeling. En o ja, ik weet het, dat het leven in Spaanse bergen ook ongenadig hard kan zijn. Overwinteren. Eenzaamheid. Dat het samenleven met andere gezinnen ook niet altijd makkelijk is.  Iemand moet me daar op wijzen, maar niet hij en niet nu. Ik wil nu even geen discussie. Dus ik zwijg en blijf straks wel nog even Belgen. Uit liefde en uit lafheid.  Al blijft het gevoel spelen dat we in Belgenland een hele dimensie zijn kwijtgeraakt. Op deze plek is er ruimte voor mij. Voor wat ik wil, wat ik nodig heb en wie ik wil zijn.  

Uit angst dat ik wellicht zal blijven, trekken we met zijn allen een schone onderbroek aan, pakken we onze bagage in en rijden we richting Middellandse zee voor een weekje watersport.

Kort samengevat:

WINDSURFEN:

Kunnen wind- of kitesurfen is in dit zeedeel belangrijk om er bij te horen. Ik laat uitschijnen dat ik windsurfen superleuk vind. Verschuiven van onkunde is achteraf de enige manier om mezelf hier te redden. Ik verklaar aan familie dat de uitleg te vaag en te verwarrend was om het windsurfen te beheersen. Mijn mannen hebben geen last van mast, zeil en giek. Iben wordt zelfs niet nat. Een beetje chagrijnig, een beetje pissed omdat zij het wel kunnen en ik niet troost ik mezelf met de gedachte dat ik beter ben in andere dingen. Ik heb nog steeds niet bedacht in wat. 

SKIMBOARDEN:

Na al die mannelijke triomf tijdens het windsurfen moet ik hier wel goed in zijn. Ik ben op dat moment de enige volwassen vrouw die het bord achterna springt. En ik voel het aan het zeewater (of tenminste ik hoop het, dat vooral): dit wordt mijn sport. Met jonge honger en met grote zorg werk ik aan mijn tactiek om hier goed in te worden. Oefening. Regelmaat en discipline en ik word de beste skimboardster van het strand. Wat zeg ik? Van heel Spanjeland! Maar door al die uitbundigheid maak ik een pijnlijke val en wanneer meerdere mensen mijn richting uitkomen om te kijken of het wel goed met me gaat. Ik beslis dat skimboarden – nog – niets voor mij is.

SUPPEN:

Ik ben een goeie supster :-). No comment. Ik blijf moedig staan op mijn sup en de de rivier de Muga blijft liggen alsof ze daar altijd al zo gelegen hebben. Ik ben trots op mezelf. Het gelukshormoon pompt alle kanten op.

RIVIER TRACKING

Dat is zo van rotsen springen in een rivier. Ik krijg niet uitgelegd dat ik niet alle rotsen kan meenemen door mijn gebrek aan oriëntatie. Dit heeft niets te maken met hoogtevrees. Ik kom gewoon zelden uit waar ik wil.  Ik spring dus enkel op plekken waar er voldoende ruimte is tussen de rotsen voor een bestemmingswissel. 

HIKING BIJ ZONSOPGANG (Het zweet is het watersport aspect ;-))

Tijdens de watersportweek is het ook mijn verjaardag. Ik doe mezelf en mijn gezin een dagje Dali cadeau.

Nog voor de dag goed en wel begint is er een crew op de camping die klaar staat met een brownie met een kaarsje. Na Dali  vervoegen mijn broer en zijn vriendin ons gezelschap nadat ze enkele uren doorheen de Pyreneeën trotseerden om me ter plekke kaarsjes met cake te brengen. Er zijn telefoontjes, whatsappberichtjes, … Wie 38 jaar stand houdt blijkt steun en toewijding te krijgen :-). Al vind ik het een bizar gegeven dat we op verjaardagen kaarsjes uitblazen*. Ik vind het leuker om ze aan te steken.

Het is zondag en door mijn gepersonaliseerde angst voor misschien nog wat extra watersport trekken we verder. 

Inbrekers 

Een bestemming op een uur van Barcelona. We stoppen onderweg in Girona. Wondermooie stad. Mensen met oog voor schoonheid.

Enkele locals weten dat echte schoonheid vanbinnen zit en na een stadsbezoekje treffen we twee mannen in Willy, mijn volkswagenbusje, aan. 

Ik roep “Ola!” Wat mijn kinderen achteraf heel grappig vinden. We nemen het op voor Willy. Ook ik vat een inbreker bij zijn kraagje.  Hij  lijkt een man van weinig woorden. “It’s from me.” blijft hij beklemtonen terwijl hij zijn tasje uit mijn handen grist. Hij ziet er uit als een stelende sporter, iets wat ik nooit aantrekkelijk heb gevonden in een man.  Van Willy moeten ze afblijven. We voelen ons sterk en hun vooral zielig. Maar omdat scenario’s van grotere bendes en messentrekkende mannen de revue passeren laten we hen gaan. Hun agressie lijkt te groeien en de politie opbellen en wachten lijkt ons geen goed idee.   Behalve een geforceerd slot hebben we geen schade. De adrenaline giert nog even na. Ik voelde me écht Mega Mindy. 

We reizen terug naar mijn wereld. Ditmaal zijn we enkele dagen te gast bij Sònia (fotografe voor Reebok!). Onder een stralende julizon staat een tipi tent op ons te wachten.

We vervolgen onze reis al treinend naar Barcelona en als ik mijn geldbeugel nadien in Willy  (per ongeluk en in het zicht en al) aantref weten we dat Spanje in zijn algemeenheid een veilig land is. Proefondervindelijk vastgesteld :-).

Een dag Barcelona is kort. Te kort. 

We boeken een fietstrip met een gids. We raken in gesprek met een Rus. Hij is ongeveer een jaar in Barcelona. Hij haalt aan dat we ook zelf grenzen en lijnen kunnen aanbrengen door bewust wel of niet te kiezen om deel van iets uit te maken. Rusland is al even zijn Rusland niet meer. Ik voel hoe hij in twee werelden leeft. Wat er in de coulissen van zijn vaderland gebeurt daar wordt niemand vrolijk van. Hij vertelt over Russische propaganda en hoe Poetin bereid is tot vrijwel alles om Oekraïne bij Rusland te voegen.

Na zuidwaarts komt huiswaarts.
Het is zomer en toch dwarrelt november in de tuin. 

Ik voel de Belgische kou in mijn botten. 

Ik heb het lastig. Met het leven waar ik terug in stap. Ik heb mezelf beloofd nergens meer in te hangen – geen ruimte, geen gesprek, geen werkplek – als ik mezelf daar voor moet achterlaten.

“Jona mag ik eerlijk zijn?’
Hij glimlacht: “Doe nog maar even niet”.

Ik knik. Verzoen mijn vingers met de aarde in onze tuin. Streel de lavendel, snuif de jasmijn. We werken samen in de tuin. Dat eindeloos (zalig) geploeter dat je lichaam kraakt maar je geest spaart.

*: uiteraard heb ik het opgezocht: Kaarsen blazen bestaat al sinds de oudheid. Veel van die oude culturen geloofden dat de rook van de kaarsen iemands wensen en gebeden naar de goden bracht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Indien je niet van koekjes houdt kun je deze website helaas niet bezoeken.   Meer info